SoultrainEvenst artiesten: James Brown, Aretha Franklin, ...

Logo SoultrainEvents


Afbeelding en link naar kalender

Logo en link naar Facebookpagina

Afbeelding en link naar route info


Link naar sponsorpagina

Aretha Franklin


Haar jonge leven en de aanvang van haar carriére: 1942- 1952


Geboortehuis Aretha Franklin, Lucy Avenue 406, Memphis, Tennessee

Aretha Louise Franklin (vernoemd naar twee tantes) werd geboren in een tweekamer-huis in Memphis, Tennessee. Ze was de derde van vier kinderen van Barbara (née Siggers) en C.L. Franklin. Franklin's familie verhuisde naar Buffalo toen ze 2 was.  Op 4-jarige leeftijd verhuisde de familie opnieuw om zich te vestigen in Detroit. Volgend op de verhuizing naar Detroit kwam er een einde aan het huwelijk van haar ouders.  Door haar vaders werk als een baptistenpredikant, werd Franklin voornamelijk opgevoed door haar grootmoeder, Rachel. De wereld verging voor haar toen haar moeder stierf in Buffalo, Aretha was op dat ogenblik 10 jaar oud.  Franklin begon op jonge leeftijd te zingen in de kerk en leerde op het gehoor piano te spelen.
Gedurende haar late prepuberteit, was Franklin regelmatig solo-nummers aan het zingen in de New Bethel Baptist Church van haar vader. Franklin's vader, C.L. (kort voor Clarence LaVaughn), was een gerespecteerd en populair predikant. Franklin groeide op met de lokale en nationale beroemdheden die in de buurt van haar vaders vertoefden, inclusief  de gospel-grootheden zoals Albertina Walker en haar groep The Caravans, Mahalia Jackson en Clara Ward, drie vrouwen die een cruciale rol gespeeld hebben in haar vocale ontwikkeling als kind.


Haar vroege succes: 1960 – 1966


Foto Aretha Franklin tijdens jonge jaren

Ze bracht haar eerste single voor Columbia uit in september 1960, op de leeftijd van 18 jaar. De single bereikte nr. 10 op de Rythm & Blues Billboard. Haar eerste album werd uitgebracht in januari 1961. Omwille van haar voorliefde voor Dinah Washington, nam haar label voornamelijk popmuziek met jazz invloeden van haar op in de hoop met deze format hetzelfde succes te boeken als Billie Holiday.  Columbia oprichter John H. Hammond gaf jaren later toe in een interview dat Columbia Aretha’s gospel achtergrond niet tenvolle begreep en er tevens in gefaald was om dat aspect naar voor te brengen in haar opnames. Na het scoren van twee top 10 Rythm & Blues hits met "Operation Heartbreak“ en “Won’t be long" in 1961, behaalde ze haar eerste top 40 pophit met haar vertolking van "Rock-A-Bye Your Baby With a Dixie Melody".  Doch konden latere releases niet hetzelfde succes behalen, ondanks haar bijna top vijftig hit met "Runnin’ Out of Fools" in 1963.

Afbeelding Single Mockingbord

Na de release van een tribute-album voor Dinah Washington, had Columbia hun vroegere jazz dromen voor Franklin opgeborgen en lieten ze Aretha voornamelijk meidengroep-georiënteerde hits als "The Shoop Shoop Song (It's In His Kiss)", "Every Little bit Hurts" en "Mockingbird" opvoeren, maar elke poging om met dit materiaal haar groot succes te bereiken mislukte.  Toch had Franklin reeds een reputatie als multi-getalenteerde zangeres en muzikante. Tijdens een show in 1965, gaf de ceremoniemeester Aretha een tiara en verklaarde hij haar "The Queen of Soul".  Deze titel zou profetisch zijn, zo bleek later.  In 1966, al worstelend met de opnames voor Columbia, besloot ze geen nieuw contract met het platenlabel af te sluiten en sloot ze een deal met Atlantic.  Nadat ze succes behaalde met Atlantic, publiceerde Columbia (tot 1969) eerdere opnames van Franklin onder hun eigen label.


Superberoemd: 1967 – 1972

Franklin begon begin 1967 met het opnemen van haar eerste nummers voor Atlantic. Aanvankelijk startte ze hiermee in de legendarische Muscle Shoals FAME studio's waar “The Muscle Shoals Rhythm Section” de in-houseband was.  Franklin zong hier haar eerste nummer in (de blues ballad "I Never Loved a Man (The Way I Love You)", wat haar uiteindelijk toeliet om haar gospel kant te laten zien. Spanningen tussen Franklin's toenmalige man (en vervolgens manager ) Ted White en een muzikant heeft ertoe geleid dat zij en haar echtgenoot (White) zich onttrokken van de openbare wereld in New York.   Aretha keerde uiteindelijk terug naar de studio in New York om de b-kant op te nemen, het gospel georiënteerde "Do Right Woman".  "I Never Loved a Man” scheerde tijdens de release hoge toppen in zowel de pop-, als de Rythm & Blues charts met een piek op respectievelijk nr 9 en nr 1.  Haar tweede single met Atlantic zou ook haar Afbeelding Single Respectgrootste, meest geprezen werk zijn. "Respect", oorspronkelijk opgenomen en geschreven door Rythm & Blues zanger Otis Redding, werd een nog grotere hit na Franklin’s gospel geïnspireerde vertolking van het nummer.  Het lied startte tevens een patroon op in Franklins latere songs wat gekenmerkt werd door het producen van “vraag en antwoord” vocals waarin Franklin meestal ondersteund werd door haar zusters Erma en Carolyn Franklin, tevens gekend onder de naam “The Sweet Inspirations”.  Franklin had in 1967 nog 3 top 10 hits,  "Baby I Love You", "(You Make Me Feel Like) A Natural Woman" en "Chain of Fools".  De single "Respect" bezorgde haar later haar eerste twee Grammy's.  Ze won uiteindelijk acht opeenvolgende Grammys in de categorie van “Best Female Rythm & Blues Vocal Performance”.
Tegen het einde van het jaar, werd zij niet alleen een superster, maar was ze één van de symbolen van de burgerrechtenbeweging wat deels terug te voeren was aan haar vertolking van "Respect", hetwelk een feministische connotatie verkreeg nadat Aretha Franklin dit had opgenomen.  Franklin haar andere hits tijdens de late jaren zestig waren onder andere "Think", haar vertolking van Dionne Warwick's "I Say a Little Prayer “, “Aint No Way" en "The House That Jack Built".  Tegen het einde van de jaren zestig werd Franklin's titel als "The Queen of Soul" als permanent beschouwd in de ogen van de media.  Na in 1969 een aantal moeilijkheden gekend te hebben, keerde ze in januari 1970 terug met de ballad "Call Me". Datzelfde jaar had ze nog een hit met haar gospel versie van Ben E. King 's "Don’t Play That Song”.  In 1971 was ze overigens één van de eerste zwarte performers als headline van Fillmore West, waar ze later een liveFoto Aretha Franklin in 1970 album uitbracht.  Gedurende hetzelfde jaar bracht ze het befaamde album “Young, Gifted & Black” uit, die twee top tien hits bevatte, namelijk de ballad "Daydreamin" en het funk georiënteerde nummer “Rocksteady“.  In 1972 bracht ze na bijna 2 decennia haar eerste gospel album (“Amazing Grace”) uit. Het album werd uiteindelijk haar best verkopende release ooit en ging meer dan twee miljoen keer over de toonbank.  Het is tot op heden nog steeds het best verkochte gospel album aller tijden.


Achteruitgang van haar succes: 1973 – 1979

Cover van de Single AngelAretha had nog een nr 1 Rythm & Blues hit in 1973 met het door Carolyn Franklin en William "Sonny" Sanders gecomponeerd nummer  "Angel", hoewel het oorspronkelijke album “Hey Now Hey (The Other Side of the Sky)”,  er niet in slaagde het succes van de voorgaande albums te herhalen.  In 1974, na vier jaar opgetreden te hebben in Afrocentrisch gestyleerde kleding, vernieuwde ze haar look met een rood kapsel en bracht ze “Let Me In Your Life” uit. Het album leverde de hit single "Until You Come Back to Me (That’s What I’m Gonna Do)" op.  Terwijl verscheidene singles later succesvol zouden zijn op de Rythm & Blues charts, was Franklin haar voorkeur van het pop-publiek aan het verliezen gezien het eens zo populaire Soul genre werd ingehaald door het nieuw opkomende Disco genre. Atlantic Records had ook op dat ogenblik prioritair aandacht besteed aan Roberta Flack, waardoor de relatie tussen Franklin en het bedrijf verwaterde.  Franklin weigerde tevens een aantal tracks die haar door Marvin Yancy en Chuck Jackson werden aangeboden (hoewel beiden uiteindelijk wel zouden bijdragen aan haar album “You” te 1979).  Verscheidene van deze nummers (waaronder "This Will Be (An Everlasting Love)") werd later opgenomen door Natalie Cole.  Na de aankomst van Cole en Chaka Khan, ebde Franklin haar status van superster zachtjes weg.
In 1976 keert ze even terug naar de top met de productie van Curtis Mayfield, “Sparkle”, die de nr 1 Rythm & Blues hit "Giving Him something He Can Feel" voortbracht.  Desondanks bleef Franklin veel moeilijkheden ondervinden om succes te boeken met haar volgende releases.  Na haar release van “La Diva” te 1979 (een mislukte poging van Aretha Franklin om door te dringen tot het disco publiek) verliep haar contract met Atlantic.  Noch Atlantic, noch Aretha had enige belangstelling in het vernieuwen van het contract.  Terwijl ze op 10 juni 1979 in Las Vegas aan het optreden was, werd haar vader (C.L. Franklin) neergeschoten tijdens een overval in zijn huis te Detroit.  Het incident zou haar vader in een 5 jaar durende coma brengen.  Eind 1982 keerde Aretha vanuit Los Angeles (waar ze sinds 1976 woonachtig was) terug naar Detroit om de zorg voor haar vader te kunnen opnemen.


Comeback: 1980 – 1990

In 1980, verscheen ze  (en tevens andere prominente Rhythm & Blues en Soul artiesten als Ray Charles en James Brown) op het witte doek.  Ze trad in “The Blues Brothers” aan als de vrouw van muzikant Matt “Guitar” Murphy.  Naar aanleiding van haar prestatie, nam Clive Davis haar op in zijn Arista Records label.  De singles "United Together" en “Love All the Hurt Away" deden haar terugkeren naar de Rythm & BluesCover van de Single Jump to It top 10 terwijl haar “Jump to It” van 1982 een comeback van formaat werd op de pop hitlijsten.  Het album bleef 7 weken op nr 1 op de Rythm & Blues Albums hitlijsten en steeg naar nr 23 in de Billboard 200 album hitlijst.  Het album werd meer dan 600.000 maal verkocht en werd Aretha’s eerste gouden album sinds de “Sparkle” soundtrack.  Het titelnummer werd Franklin’s eerste nr 1 Rythm & Blues hit in vijf jaar tijd.  Na de relatieve mislukking van haar volgende album in 1983, “Get It Right” nam ze even vrijaf.  Na de dood van haar vader in juli 1984, nam ze in oktober van dat jaar een ​​nieuw album op voor Arista Records.
Het album “Who’s Zoomin’ Who?” uitgebracht in juli 1985, bevatte Rythm & Blues- , Pop-, Dance-, Synthpop- en Rock-elementen en leverde Aretha haar eerste platina succes op. Het album lanceerde meerdere grote hits waaronder het Motown geïnspireerde "Freeway of Love". Het Rock-getinte duet met Annie Lennox, "Sisters Are Doin' It for Themselves" werd eveneens een hit op de Pop charts.  In 1986 bracht ze de opvolger uit van “Who’s Zoomin Who”.  Het album verkocht bijna een miljoen exemplaren en bevatte de nr 1 hit “I Knew You Were Waiting for Me", een duet met George Michael.  
In 1987 keerde ze terug naar haar gospel roots met het album “One Lord, One Faith, One Baptism” dat het succes van “Amazing Grace” niet kon herhalen, ondanks een ijzersterke vertolking van “Oh Happy Day”, met Mavis Staples.


Latere Werk: 1989 – 2003

In 1989 keerde ze terug met haar eerste popalbum in “Through the Storm”, maar ondanks het succes van het titelnummer met Elton John en de aanwezigheid van Whitney Houston in hun duet single, "It Isn’t, It Wasn’t, It Ain’t Ever Gonna Be”, flopte het album, net als de follow-up in 1991 “What You See is What You Sweat”.  Na haar optreden in de inhuldigingsceremonie van toenmalig president Bill Clinton te 1993, viel Cover van Single Deeper LoveFranklin terug in de gunst van het pop publiek met de release van de Dance single "Deeper Love", die overigens verscheen op de soundtrack van de film “Sister Act 2: Back in the Habit”.  In 1995 verscheen "It Hurts Like Hell” op de soundtrack van de film “Waiting to Exhale”.  Vier jaar verstreken alvorens ze een ander album uitbracht.  In 1998 introduceerde “A Rose is Still a Rose” haar opnieuw bij het nieuwe Rythm & Blues publiek.  Het titelnummer, geschreven en geproduceerd door Hill, werd mee één van haar grootste hits.  Datzelfde jaar, met een voorbereiding van minder dan 30 minuten, nam ze de plaats in van Luciano Pavarotti en bracht ze "Nessun Dorma" op de Grammy Awards van 1998. Pavarotti, die werd bekroond met een Lifetime Achievement Award die nacht, was niet in de mogelijkheid om de ceremonie bij te wonen.  
Later hernam ze haar rol als vrouw van Matt "Guitar" Murphy in de Blues Brothers remake, “Blues Brothers 2000”.  Het zou hierna vijf jaar duren voordat ze een nieuw album uitbracht. Te 2003 bracht ze haar volgende album uit “So Damn Happy”.  Ondanks de minder goede verkoopscijfers, leverde het album haar een Grammy op in de categorie Best Traditional Rythm & Blues Vocal Performance op met het nummer "Wonderful".


Huidig werk: 2004 – heden

In 2003, na 23 jaar Arista, nam ze afscheid van het bedrijf en besloot ze een onafhankelijke koers te varen, met de oprichting van Aretha’s Records +/- 2 jaar later als resultaat.  Franklin bracht vervolgens in 2007 het album “Jewels in the Crown: All-Star Duets with the Queen” uit.  Het album omvatte het Fantasia duet, "Put You Up on Game", dat ondanks het een bescheiden hit werd op Urban AC radio, bleef steken op nr 41 op de Rythm & Blues charts. Een jaar later bracht ze haar eerste  kerstalbum uit “This Christmas, Aretha”. Na aanvankelijk te worden uitgebracht als een “Borders exclusive”, werd het later tevens uitgebracht door het label DMI.
In 2008 werd Franklin geëerd als MusiCares "Persoon van het Jaar", twee dagen voorafgaand aan de 50e jaarlijkse Grammy Awards, waar ze haar 18e Grammy kreeg. Franklin werd door de toen pas verkozen president Barack Obama persoonlijk gevraagd om op zijn inhuldigingsceremonie "My Country 'tis of Thee” te brengen.  De gedenkwaardige hoed die ze tijdens de ceremonie droeg werd geschonken aan het Smithsonian Institution. In 2010 ontving Aretha Franklin een “Honorary Music Degree” van Yale University.
Te 2010 en begin 2011, deelde ze aan de media mee dat ze actrice Halle Berry had geselecteerd om haar te vertolken in haar eigen biografische film gebaseerd op haar memoires, “Aretha: From These Roots”.  In januari 2011 sloeg Hally Berry het aanbod af.  Franklin zei dat ze nu haar zinnen heeft gezet op zangeressen Fantasia en Jennifer Hudson m.b.t. deze lucratieve rol.
Cover van album A Woman Falling Out of LoveTer ere van haar 50e verjaardag in de show business gaf ze op 3 mei 2011 haar 38e studio album uit “A Woman Falling Out Of Love”.  Het is de eerste release uit het eigen platenlabel van Franklin, Aretha's Records.  Het album bleef echter steken op een teleurstellende nr 54 op de voornaamste album charts.  Ze co-produceerde een aantal van de nieuwe tracks.  De eerste single van het album is de ballad “How Long I’ve Been Waiting" die de hitlijsten niet haalde.  
Volgend op het verlaten van het podium te november en haar oncologische ingreep te december 2010, keerde ze terug op het podium na de herschikking van een aantal data die ze noodgedwongen moest annuleren tengevolge van de aanwezige gezondheidsproblemen.